V2platform
|
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
GEHEIME V2'S WAREN OORZAAK BOMBARDEMENT
BEZUIDENHOUT Bij de productie vonden reeds duizenden dwangarbeiders de dood. Tijdens de vijftigjarige herdenking van het bombardement van 3 maart 1945 zijn nog veel vragen onbeantwoord gebleven. De echte aanleiding voor dit bombardement echter was de lancering van de V2-raketten vanuit Wassenaar en Den Haag. Waar zij vandaan kwamen en onder welke omstandigheden zij werden gefabriceerd, daarover is tot nog toe weinig bekend. De V2's werden onder onmenselijke omstandigheden geproduceerd door gevangenen in het concentratiekamp Dora Mittelbau in Nordhausen in de Oost-Duitse Harz in de deelstaat Thüringen. Ook hier geldt, dat het van groot belang is om het verschrikkelijke verleden, dat zich hier heeft afgespeeld, veel meer in de openbaarheid te brengen. Het concentratiekamp bestond uit onderaardse gangen in de berg Kohnstein, die sinds 1938 werd gebruikt voor de opslag van benzine, dieselolie, chemicaliën, en gifgassen. Sinds 1937 werd door Wernher von Braun in Peenemünde aan de Baltische zee gewerkt aan de ontwikkeling van een Duitse raket. Inmiddels hadden de geallieerden het bestaan van de rakettenfabriek ontdekt. Daarop besloten zij Peenemünde op 18 augustus 1943 te bombarderen. Deze actie was zo succesvol, dat de nazi's uit moesten zien naar een plaats, waar de fabrieken geen hinder zouden ondervinden van luchtaanvallen en in het geheim zouden kunnen werken. Die vonden zij in de berg Kohnstein. Reeds tien dagen later kwamen 107 gevangenen uit het kamp Buchenwald aan om diep in het binnenste van de berg de fabriek van de dood op te zetten. Er zouden er in totaal 60.000 gevangenen volgen, die niet alleen in de rakettenfabriek, maar ook in deelkampen van Dora Mittelbau werkzaam waren. De V2-fabriek bestond uit twee evenwijdige gangen van 1.800 m lengte, verbonden door 46 dwarsgangen van 180 m. In totaal 18 km. Hierin zou de productie van de V2 gaan plaats vinden. De gevangenen moesten in eerste instantie het graafwerk van de A-tunnel en de dwarsgangen 43 tot 50 voltooien. Zij werden gehuisvest in de tunnels zelf. Pas in de lente van 1944 werd in de open lucht een barakkenkamp gebouwd. De levensomstandigheden waren in de eerste fase van het kamp verschrikkelijk, zo getuigt de Poolse aanklager Wincenty Hein, die vanaf november 1943 zich als gevangene in Dora bevond. 'Dag en nacht ging het bouwen van de galerijen met behulp van dynamiet door. De lucht was voortdurend gevuld met gas en steenstof, die neerdaalden op de slaapplaatsen van de gevangenen. Dat had een verwoestend effect op ogen en longen. Door het lawaai van de boormachines kregen de gevangenen nog minder kans om te slapen'. Zij sliepen in houten kribben op strozakken, vier boven elkaar met 60 cm tussenruimte, die in vier korte dwarsgangen waren opgesteld. Hierin huisden gemiddeld 10.000 gevangenen. Door de zeer onhygiënische situatie in de tunnels wemelde deze strozakken binnen de kortste keren van het ongedierte. 'Er was geen water beschikbaar om te drinken of om te wassen in de tunnels. Gedurende een periode van vier maanden konden de gevangenen zich niet wassen. Ten einde raad urineerden sommigen in hun handen om daarmee de kalkstof van hun gezicht te kunnen wissen. Er liep weliswaar een waterpijp door de tunnel, maar als iemand zich probeerde te wassen met het water, dat daaruit lekte, dan werd hij geslagen door de bewakers van de SS. De gevangenen moesten hun behoeften doen in half doorgezaagde benzinevaten. Daarvan waren er niet voldoende, zodat de tunnels al spoedig vreselijk vervuilden'. De eerste winter stierven dan ook 2700 tot 2900 mensen van ongeveer 30 jaar als gevolg van stoflongen, diarree, mishandelingen en executies. Soms bedroeg het aantal slachtoffers 120 per dag. Het groot aantal doden kon echter niet onopgemerkt blijven voor de buitenwereld. Daardoor werd het kamp Dora berucht onder de gevangenen van andere concentratiekampen. 'Hier kom je door de poort naar binnen en ga je er door de schoorsteen weer uit'. Met deze woorden ontving de SS de nieuwkomers.
De gevangenen waren afkomstig uit diverse landen en milieus: Joden, communisten, politieke gevangen, krijgsgevangenen. Kortom: iedereen, die niet gewenst was door de Nazi's. Zij kwamen uit Frankrijk, Rusland, België, Polen, Tsjecho-Slowakije, Roemenië, Duitsland en Nederland. In de eerste 20 tunnels werkten ongeveer 5.000 buitenlandse dwangarbeiders - waaronder Nederlanders (Arbeidseinsatz) - aan de turbomotoren voor de Junkervliegtuigen. |
Toen de fabriek klaar was, begon de productie van de V2 in januari 1944 met 50 raketten. Later in dat jaar liep dat op tot gemiddeld ruim 600 raketten per maand. In de laatste 26 gangen van de berg waren op het hoogtepunt van de fabricage gemiddeld 14.500 gevangenen betrokken bij de bouw van de V2. Met de start van de productie van de raketten werd het leven van de gevangenen iets beter. Volgens de planning moesten er 12.000 stuks gereed komen in 13 maanden. Dat aantal werd bij lange na niet gehaald door sabotage. Het werden er uiteindelijk 6.000 raketten, waarvan ongeveer 5.500 werden gelanceerd. Ruim 500 V-2's vielen er in Londen, 1610 in Antwerpen, de rest op andere doelen, of zij mislukten eveneens door sabotage. De SS had echter een veel ruimere opvatting van dit begrip. Het gebruik van een stuk rubber om een schoenzool te repareren of een stuk leer om een broekriem van te maken was voor de SS reden genoeg om het ophangen van gevangenen te rechtvaardigen. Het einde van het kamp Dora en daarmee van de productie van de V-2 begon zich begin april 1945 af te tekenen, omdat de Amerikanen toen dichtbij waren.
Symptomen van ontbinding van het kamp deden zich reeds voor op 8 maart 1945, toen het eerste grote transport van gevangenen van Nordhausen naar Bergen-Belsen vertrok. Het definitieve einde van Dora werd ingeluid door het geallieerde bombardement op Nordhausen van 3 en 4 april 1945. Op 4 en 5 april 1945 werden de 40.000 gevangenen per trein geëvacueerd naar Bergen-Belsen, Sachsenhausen en Ravensbrück of werden weggevoerd in zogenaamde 'Dodenmarsen'. Daarvan hebben 20.000 de transporten niet overleefd. Nog eens 20.000 hebben de afschuwelijke "hel van Dora" niet overleefd. Op 11 april viel Nordhausen en daarmee de berg Kohnstein in handen van de Amerikanen. Zij troffen in de ziekenafdeling nog ongeveer 700 zwaar zieke gevangenen aan. Voor het crematorium lagen nog de doden, die niet meer verbrand konden worden. De Amerikanen dwongen de inwoners van Nordhausen met eigen ogen de slachtoffers te aanschouwen van het leed, dat door hun eigen medemensen was aangedaan. Vervolgens werden zij gedwongen om de lijken van de gevangenen te begraven. Volgens de overeenkomst van Jalta kwam Nordhausen in Russische handen en daarmee in Oost-Duitsland. Alle Duitse wapenfabrieken moesten volgens deze overeenkomst vernietigd worden. Ook Kohnstein ontkwam niet aan dit lot. In de zomer van 1948 werden de tunnels en gangen opgeblazen. Daarmee kwam een einde aan een van de meest misdadige projecten, die de wereldgeschiedenis heeft gekend. Er zijn nog twee raadsels, die moeten worden opgelost. Waarom legde de SS de gevangenen zulke slechte levensomstandigheden op, zodat zij eraan onderdoor gingen? Zij hadden immers als hoogste prioriteit om in zeer korte tijd de V-2's van de band te laten rollen. Hoe is het mogelijk, dat de geschiedenis van Dora in de vergetelheid is geraakt, terwijl talrijke voormalige gevangenen over de levensomstandigheden in Dora gepubliceerd hebben? Er is inmiddels een tipje van de sluier opgeheven. Wernher von Braun en de Amerikaanse autoriteiten hadden waarschijnlijk geen belang bij een al te grote openheid over het verleden van de V-2 raketten. Naschrift auteur: Ik heb in augustus 1995 de "KZ-Gedenkstätte Mittelbau Dora" bezocht. Sinds april van dit jaar is het deel van het tunnelcomplex, waar de gevangen hebben gehuisd, voor bezoekers toegankelijk. Dit was voor mij een indrukwekkende ervaring. Bronnen: 2. M. Bornemann: "Geheimprojekt Mittelbau". Bonn, 1994. 3. B. d'Hainaut & C. Somerhausen: "Dora 1943-1945", Berchem 1992. 4. U. Breger: "The Rocket Mountain", Ostheim/Rhön 1992. 5.U. van der Krieke: "De rakettenberg", Diemen 1993. 6. A. Korthals Altes: "Luchtgevaar", Luchtaanvallen op Nederland 1940 - 1945; Amsterdam, 1984. |
||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
|